Gezondheidsvoordelen van terpenen in medicinale cannabis
De medicinale effecten van cannabis komen niet enkel voort uit de veel onderzochte en besproken cannabinoïden. Terpenen, maar ook flavonoïden, geven gezondheidsvoordelen van de plant. Dit geeft de complexiteit van de natuur weer. Medicinale cannabis is méér dan alleen de som der delen.
Naast cannabinoïden, spelen dus ook terpenen een grote rol in het medicinale effect van cannabis. Deze interessante geur- en smaakstoffen, doen veel meer dan alleen aroma toevoegen aan een plant. De vijf meest voorkomende terpenen in cannabis en hun eigenschappen worden in dit artikel besproken.
Wat zijn terpenen?
Terpenen zijn vluchtige geur- en smaakstoffen die aanwezig zijn in planten en bloemen. Er zijn rond 20.000 verschillende terpenen geïdentificeerd (1). Deze aromatische stoffen zijn ruimschoots onderzocht, vanwege hun potentieel gezondheidsbevorderende effecten, bij tal van aandoeningen. Zo zouden terpenen antimicrobieel, antischimmel en antiviraal werken. Ook zouden terpenen ontstekingsremmend zijn, de doorlaatbaarheid van de huid verbeteren, hyperglycemie tegengaan, parasietwerende eigenschappen hebben en de groei van kankercellen remmen (2). Cannabis terpenen zouden de cerebrale bloedstroom verbeteren, corticale activiteit verbeteren en pathogenen in de luchtwegen doden (3).
Terpenen worden ook in cannabis gevonden; 200 typen zijn gerapporteerd in de plant (3). Er is een grote variatie in de inhoud van aanwezige terpenen, bij verschillende soorten cannabis (verschillende strains). De inhoud kan variëren in samenstelling van mono-terpenen zoals α-pineen, β-myrceen, α-terpineen, limoneen en sesquiterpeen zoals β-caryophylleen (4).
Terpenen – en niet cannabinoïden – zijn verantwoordelijk voor de kenmerkende geur van cannabis. Naast de werkzaamheid van de verschillende cannabinoïden in de plant, leveren ook terpenen een interessante bijdrage aan de therapeutische effecten van cannabis. De terpeenproductie in de cannabisplant neemt toe onder blootstelling van licht. Deze neemt af wanneer ze gegroeid is op een vruchtbare bodem (1). De aanwezigheid van verschillende typen terpenen, de combinaties én ratio hiervan beïnvloeden het effect van cannabis.
Myrceen
Myrceen is de meest voorkomende terpeen in cannabis. Afhankelijk van welk type cannabis, kan myrceen tot wel 50% van het gehele terpeenvolume in een wietplant uitmaken (5). Het aroma van myrceen wordt omschreven als musk-achtig, aards, kruidig. Myrceen wordt ook gevonden in hop, citrusvruchten, laurier, tijm en citroengras.
Myrceen heeft pijnstillende effecten, welke vergeleken kunnen worden met opium, minus het verslavende effect (6). Mycreen kan, gezien haar kalmerende effect, als slaapmiddel worden toegepast, wat ook wordt herkend van hop (7).
Myrceen verlaagt de weerstand van de bloed-hersenbarrière, waardoor myrceen zelf en andere stoffen makkelijker en sneller de hersenen zullen bereiken. In combinatie met cannabinoïden, zal dankzij myrceen het effect van de cannabinoïden sneller optreden. Opmerkelijk is dat myrceen het maximale verzadigingslevel van de CB1-receptor verhoogt, wat betekent dat er een groter (psycho)actief effect optreedt van cannabinoïden (8).
Myrceen heeft een remmend effect op maagzweren, waarmee het mogelijk ook preventief ingezet kan worden. De ontspannende effecten maken het daarbij tot een middel bij de behandeling van slapeloosheid en pijn (9).
Deze data bevestigen de hypothese dat myrceen een prominent kalmerend terpeen is in cannabis. In combinatie met THC kan het een zogenaamde ‘couch-lock’ effect geven bij gebruikers van mediwiet: een dusdanige staat van ontspanning, dat men niet meer van de bank wil opstaan. Dit effect is kenmerkend voor Indica wietsoorten.
Linalool
Linalool is een mono-terpeen en wordt ook gevonden in lavendel. Linalool heeft een bloemige geur en in cannabis kan het een lavendelachtige ondertoon geven. Dit terpeen heeft een ontspannend effect, wat al vanaf oudsher wordt ingezet (10).
Linalool heeft lokaal verdovende effecten, die vergelijkbaar zijn met procaïne en menthol (11). In het ‘Handbook of Essential Oils: Science, Technology, and Applications‘ wordt linalool genoemd als verantwoordelijke stof die de modulatie van glutamaat- en GABA-neurotransmittersystemen beïnvloed. Aldus de verklaring van de sedatieve, angstverlagende en anti-epileptische eigenschappen van linalool en linalool bevattende planten (12).
Linalool heeft een krachtige werking tegen de Leishmania-parasiet (13). Als component van lavendel, verlaagt linalool, na inhalatie, de behoefte en het gebruik van morfine, bij chirurgische patiënten, na plaatsing van een maagband (14).
Longontsteking, veroorzaakt door sigarettenrook, wordt significant gereduceerd door linalool. De carcinogenese, diewordt opgewekt door benz[α]anthracene, een bestanddeel van teer dat wordt gevormd door de verbranding van tabak, wordt geblokkeerd. Linalool remt de activatie van NF-κB (15).
Linalool heeft als terpeen sterke ontspannende en verdovende effecten, wat angstige gevoelens, opgewekt door THC uit cannabis, kan doen verminderen. Het Amerikaanse Environmental Protection Agency heeft linalool goedgekeurd als veilige pesticide, smaakstof en geurstof (16).
β-Caryophylleen
Beta-caryophylleen is een sesqui-terpeen en wordt ook gevonden in zwarte peper, kruidnagel, Thaise basilicum en kaneelbladeren. Het aroma wordt omschreven als peperig, houtachtig en/of kruidig.
β-caryophylleen is de meest voorkomende sesqui-terpeen in cannabis (17). De evolutionaire functie van dit terpeen komt waarschijnlijk voort uit het vermogen om vliegende insecten aan te trekken, terwijl het tegelijkertijd herbivore insecten afweert (1).
In cannabis extracten is β-caryophylleen vaak het overheersende terpeen; zeker wanneer de plant onder hitte is verwerkt voor decarboxylatie (18). De grootste ontdekking betreffende β-caryophylleen is waarschijnlijk dat het de enige terpeen is, die een wisselwerking heeft met het endocannabinoïde systeem. β-caryophylleen bindt selectief aan een CB2-receptor en het is een functionele CB2 -agonist (19).
Het is een stof met de werking van een fytocannabinoïde, buiten het cannabisgeslacht. Mede door de afwezigheid van psycho-activiteit van CB2-agonisten, is β-caryophylleen interessant als werkzame stof. Zoals effectief gebruikt in een dermatologische toepassing bij contact dermatitis (20). Overgevoeligheidsreacties op β-caryophylleen zijn zeldzaam; deze zijn waarschijnlijk eerder te wijten aan een geoxideerd product (21).
De combinatie van β-caryophylleen met andere fytocannabinoïden – vooral CBD – lijkt een veelbelovende mix te zijn, oraal toegediend bij de behandeling van chronische pijn. Er zijn weinig bijkomende nadelige effecten en het is veilig in gebruik (22).
Dankzij een CB2-receptor-afhankelijke weg, is β-caryophylleen mogelijk een uitstekend therapeutisch middel, bij de preventie van nefrotoxiciteit (vergiftiging van de nieren), veroorzaakt door chemotherapeutische medicatie zoals cisplatine (23).
De farmacologische eigenschappen van essentiële olie, waarvan β-caryophylleen het voornaamste bestanddeel is, geïsoleerd uit zwarte peper, zijn onderzocht,. Deze essentiële olie bevat antioxidatieve eigenschappen, is ontstekingsremmend en heeft pijnremmende eigenschappen. Dit suggereert dat cannabissoorten, hoog in β-caryophylleen, nuttig kunnen zijn bij de behandeling van aandoeningen als artritis en neuropathische pijn (24).
Limoneen
Limoneen is een mono-terpeen en één van de twee belangrijkste verbindingen gevormd uit pineen. Zoals de naam doet vermoeden, heeft limoneen een citrusachtige geur, zoals sinaasappels, citroenen en limoenen. Dit terpeen wordt ook gevonden in rozemarijn, juniper en pepermunt. Limoneen is de tweede, meest voorkomende terpeen in de natuur (25) en het is een precursor van andere mono-terpenen.
Limoneen geeft een algemeen verbeterde stemming en houding; wanneer depressieve ziekenhuispatiënten werden blootgesteld aan lucht met een citrusaroma, volgde er een normalisatie in hun ‘Hamilton Depression Scores’, een tool om mate en ernst van depressie te monitoren. Zo werd ook succesvol antidepressiva medicatie stopgezet. Daarbij toonde het serum meer immunologische stimulatie (CD4/8 ratio normalisatie) (26).
Limoneen produceert apoptose (geprogrammeerde celdood) van borstkankercellen (27) en er is een patent aangevraagd, met een claim dat limoneen effectief is bij de behandeling van reflux (12). Bij de behandeling van ringworm is limoneen effectief gebleken (28) en essentiële olie van citrusvruchten, met hetzelfde terpenenprofiel als in cannabis, zijn sterk in het wegvangen van vrije radicalen en hebben zodoende een antioxidatieve werking (29).
De biobeschikbaarheid van limoneen is hoog (30). Door de stemmingsverbeterende werking van limoneen, worden cannabissoorten hoog in limoneen, geassocieerd met een verbetering van het humeur en een verbeterde gemoedstoestand.
α-Pineen
α-Pineen is een mono-terpeen en de meest voorkomende terpeen in de natuur (31). Het wordt gevonden in pijnbomen, sparren en coniferen en heeft insectenwerende eigenschappen. Pineen heeft 2 isomeren: α-pineen and β-pineen. Beiden vormen belangrijke componenten van pijnboomhars. Pineen is ook een precursor van andere terpenen (net als limoneen).
α-Pineen is ontstekingsremmend (32) en werkt als een bronchodilator bij lage blootstelling (33). Daarbij lijkt het een antibioticum met breedspectrum (34). α-Pineen vormt de biosynthetische basis voor CB2-liganden, zoals HU-308 (35).
De meest opvallende eigenschap van α-pineen is z’n activiteit als een acetylcholinesterase-remmer ter ondersteuning van het geheugen (36,37). Dit kenmerk kan het kortetermijngeheugenverlies, vaak gezien bij THC- gebruik, tegengaan.
Commentaar:
Het is interessant te beseffen dat de medicinale effecten van cannabis niet enkel en alleen voortkomen uit de veel onderzochte en besproken cannabinoïden. Zoals besproken spelen terpenen, maar ook flavonoïden, een rol in de gezondheidsvoordelen van de plant. Dit geeft de complexiteit van de natuur weer. Medicinale cannabis is méér dan alleen de som der delen (38).
Door te letten op de in cannabis aanwezige terpenen en hun kwaliteiten, kan men een bewuste keuze maken welke soort cannabis in te zetten. Dit overstijgt dan enkel de keuze voor een CBD-, of THC- rijke soort, of de combinatie en ratio van die twee. Met de wetenschap van terpenen, kan men specifieker het gebruik inzetten. Wenst de patiënt een meer ontspannend effect? Of is er behoefte aan een meer activerend effect? Laat de behoefte aansluiten bij de aanwezige terpenen.
Zeer gunstig bijkomstig effect van terpenen, is hoe zij de ervaring van THC kunnen beïnvloeden. Niet iedereen vind het psychoactieve effect – high of stoned worden – even prettig. Sommige mensen worden er angstig van. De sterk ontspannende en verdovende werkzaamheid van linalool maakt dat men rustiger reageert op de effecten van THC. Dat is positief, wanneer men naast CBD óók THC in wil zetten voor een behandeling. Zo is ook het kortetermijngeheugenverlies bekend wat gebruikers van THC kunnen ervaren; α-pineen heeft als mooie eigenschap dit tegen te gaan.
Maak dus bij de keuze voor een wietsoort niet alleen de afweging CBD/THC-rijk of niet, maar neem hierbij ook de terpenen mee. Dat kunt u doen door te kijken op een ‘flavour wheel’ (PDF onderaan dit artikel) om te zien welke smaak en geur gekoppeld wordt aan welke cannabissoort. Maar u kunt ook uw neus gebruiken: wat spreekt u aan?
Bij medicinaal gebruik van cannabis is het altijd aan te raden te kiezen voor een biologische olie voor oraal gebruik of een biologische wiet en die te verdampen of te ‘vaporizen’ wanneer men deze weg van inname prefereert. Een voorkeur ontstaat mogelijk door de verschillende effecten die andere vormen van toediening geven. Gebruik van medicinale wiet verloopt op recept van een natuurarts/(huis)arts en wordt verstrekt door een specialistische apotheek, zoals de Transvaal Apotheek in Den Haag.
Handleiding NPN
NPN, de brancheorganisatie van voedingssupplementen, heeft in samenwerking met Wageningen Universiteit een handleiding opgesteld voor verantwoord gebruik van Cannabidiol (CBD) producten. In deze handleiding staat beschreven hoe CBD-supplementen het beste gebruikt kunnen worden en waar consument en beroepsbeoefenaar alert op moeten zijn. NPN wil met de handleiding proactief veilig gebruik van voedingssupplementen met CBD stimuleren.
U kunt deze handleiding hier vinden.
Bron: www.natuurdietisten.nl/rol-terpenen-medicinale-cannabis
Auteur: Maaike Soetermans, natuurdiëtist (redactielid Natuur Diëtisten Nederland)
Literatuur:
1. Langenheim JH. Higher plant terpenoids: a phytocentric overview of their ecological roles. J Chem Ecol. 1994;20:1223–1279.
2. Paduch, R., Kandefer-Szerszeń, M., Trytek, M. et al. Arch. Immunol. Ther. Exp. (2007) 55: 315.
3. McPartland JM, Russo EB. Cannabis and cannabis extracts: greater than the sum of their parts? J Cannabis Therap. 2001b;1:103–132
4. S. Casano et al. Variations in Terpene Profiles of Different Strains of Cannabis sativa L. 2011 dec 10.17660/ActaHortic.2011.925.15.
5. Mediavilla, Vito and Simon Steinemann 1997. Essential oil of Cannabis sativa L. strains. Journal of the International Hemp Association 4(2): 80 – 82. .
6. E. B. Russo. Cannabinoids in the management of difficult to treat pain. Ther Clin Risk Manag. 2008 Feb; 4(1): 245–259. .
7. Bisset NG, Wichtl M. Herbal Drugs and Phytopharmaceuticals: A Handbook for Practice on A Scientific Basis. 3rd edn. Boca Raton, FL: Medpharm Scientific Publishers: Stuttgart; CRC Press; 2004. .
8. E.B. Russo. Taming THC: potential cannabis synergy and phytocannabinoid-terpenoid entourage effects. Br J Pharmacol. 2011 Aug; 163(7): 1344–1364. .
9. Bonamin, F., Moraes, T. M., Santos, R. C., Kushima, H., Faria, F. M., Silva, M. A., . . . Hiruma-Lima, C. A. (2014). The effect of a minor constituent of essential oil from Citrus aurantium: The role of β-myrcene in preventing peptic ulcer disease.Chemico-Biological Interactions, 212, 11-19. doi:10.1016/j.cbi.2014.01.009.
10. Russo EB. Handbook of Psychotropic Herbs: A Scientific Analysis of Herbal Remedies for Psychiatric Conditions. Binghamton, NY: Haworth Press; 2001.
11. Local anaesthetic activity of the essential oil of Lavandula angustifolia. Ghelardini C, Galeotti N, Salvatore G, Mazzanti G. Planta Med. 1999 Dec; 65(8):700-3. .
12. Nunes DS, Linck VM, da Silva AL, Figueiro M, Elisabetsky E. Psychopharmacology of essential oils. In: Baser KHC, Buchbauer G, editors. Handbook of Essential Oils: Science, Technology, and Applications. Boca Raton, FL: CRC Press; 2010. pp. 297–314. .
13. Antileishmanial activity of a linalool-rich essential oil from Croton cajucara. do Socorro S Rosa Mdo S, Mendonça-Filho RR, Bizzo HR, de Almeida Rodrigues I, Soares RM, Souto-Padrón T, Alviano CS, Lopes AH. Antimicrob Agents Chemother. 2003 Jun; 47(6):1895-901. .
14. Treatment with lavender aromatherapy in the post-anesthesia care unit reduces opioid requirements of morbidly obese patients undergoing laparoscopic adjustable gastric banding. Kim JT, Ren CJ, Fielding GA, Pitti A, Kasumi T, Wajda M, Lebovits A, Bekker A. Obes Surg. 2007 Jul; 17(7):920-5. .
15. Linalool inhibits cigarette smoke-induced lung inflammation by inhibiting NF-κB activation. Jianqun Ma et al. International Immunopharmacology Volume 29, Issue 2, December 2015, Pages 708-713.
16. Linalool Summary Document: Registration Review. Environmental Protection Agency. USA, april 2007.
17. Mediavilla V, Steinemann S. Essential oil of Cannabis sativa L. strains. J Intl Hemp Assoc. 1997;4:82–84.
18. Guy GW, Stott CG. The development of Sativex- a natural cannabis-based medicine. In: Mechoulam R, editor. Cannabinoids As Therapeutics. Basel: Birkhäuser Verlag; 2005. pp. 231–263.
19. Beta-caryophyllene is a dietary cannabinoid. Gertsch J, Leonti M, Raduner S, Racz I, Chen JZ, Xie XQ, Altmann KH, Karsak M, Zimmer A. Proc Natl Acad Sci U S A. 2008 Jul 1; 105(26):9099-104.
20. Attenuation of allergic contact dermatitis through the endocannabinoid system. Karsak M, Gaffal E, Date R, Wang-Eckhardt L, Rehnelt J, Petrosino S, Starowicz K, Steuder R, Schlicker E, Cravatt B, Mechoulam R, Buettner R, Werner S, Di Marzo V, Tüting T, Zimmer A. Science. 2007 Jun 8; 316(5830):1494-7.
21. The fragrance chemical beta-caryophyllene-air oxidation and skin sensitization. Sköld M, Karlberg AT, Matura M, Börje A. Food Chem Toxicol. 2006 Apr; 44(4):538-45.
22. P.G. Fine, M.J. Rosenfeld. The Endocannabinoid System, Cannabinoids, and Pain. Rambam Maimonides Med J. 2013 Oct; 4(4): e0022. Published online 2013 Oct 29.
23. Béla Horváth, Partha Mukhopadhyay. β-caryophyllene ameliorates cisplatin-induced nephrotoxicity in a cannabinoid 2 receptor-dependent manner. Free Radic Biol Med. 2012 Apr 15; 52(8): 1325–1333.
24. Susan Kristiniak, Jean Harpel, Diane M. Breckenridge, and Jane Buckle. The Journal of Alternative and Complementary Medicine. November 2012, 18(11): 1003-1007.
25. Noma Y, Asakawa Y. Biotransformation of monoterpenoids by microorganisms, insects, and mammals. In: Baser KHC, Buchbauer G, editors. Handbook of Essential Oils: Science, Technology, and Applications. Boca Raton, FL: CRC Press; 2010. pp. 585–736.
26. Effects of citrus fragrance on immune function and depressive states. Komori T, Fujiwara R, Tanida M, Nomura J, Yokoyama MM. Neuroimmunomodulation. 1995 May-Jun; 2(3):174-80
27. Phase I and pharmacokinetic study of D-limonene in patients with advanced cancer. Cancer Research Campaign Phase I/II Clinical Trials Committee. Vigushin DM, Poon GK, Boddy A, English J, Halbert GW, Pagonis C, Jarman M, Coombes RC. Cancer Chemother Pharmacol. 1998; 42(2):111-7.
28. Chemical profile, antifungal, antiaflatoxigenic and antioxidant activity of Citrus maxima Burm. and Citrus sinensis (L.) Osbeck essential oils and their cyclic monoterpene, DL-limonene. Singh P, Shukla R, Prakash B, Kumar A, Singh S, Mishra PK, Dubey NK. Food Chem Toxicol. 2010 Jun; 48(6):1734-40.
29. Radical-scavenging activities of citrus essential oils and their components: detection using 1,1-diphenyl-2-picrylhydrazyl. Choi HS, Song HS, Ukeda H, Sawamura M J Agric Food Chem. 000 Sep; 48(9):4156-61.
30. d-limonene exposure to humans by inhalation: uptake, distribution, elimination, and effects on the pulmonary function. Falk-Filipsson A, Löf A, Hagberg M, Hjelm EW, Wang Z. J Toxicol Environ Health. 1993 Jan; 38(1):77-88.
31. Noma Y, Asakawa Y. Biotransformation of monoterpenoids by microorganisms, insects, and mammals. In: Baser KHC, Buchbauer G, editors. Handbook of Essential Oils: Science, Technology, and Applications. Boca Raton, FL: CRC Press; 2010. pp. 585–736.
32. Comparative study of different essential oils of Bupleurum gibraltaricum Lamarck. Gil ML, Jimenez J, Ocete MA, Zarzuelo A, Cabo MM. Pharmazie. 1989 Apr; 44(4):284-7.
33. Uptake, distribution and elimination of alpha-pinene in man after exposure by inhalation. Falk AA, Hagberg MT, Löf AE, Wigaeus-Hjelm EM, Wang ZP. Scand J Work Environ Health. 1990 Oct; 16(5):372-8
34. Characterization and antimicrobial activity of essential oils of industrial hemp varieties (Cannabis sativa L.). Nissen L, Zatta A, Stefanini I, Grandi S, Sgorbati B, Biavati B, Monti A. Fitoterapia. 2010 Jul; 81(5):413-9.
35. HU-308: a specific agonist for CB(2), a peripheral cannabinoid receptor. Hanus L, Breuer A, Tchilibon S, Shiloah S, Goldenberg D, Horowitz M, Pertwee RG, Ross RA, Mechoulam R, Fride E. Proc Natl Acad Sci U S A. 1999 Dec 7; 96(25):14228-33.
36. In-vitro inhibition of human erythrocyte acetylcholinesterase by salvia lavandulaefolia essential oil and constituent terpenes. Perry NS, Houghton PJ, Theobald A, Jenner P, Perry EK. J Pharm Pharmacol. 2000 Jul; 52(7):895-902.
37. Inhibition of acetylcholinesterase activity by bicyclic monoterpenoids. Miyazawa M, Yamafuji C. J Agric Food Chem. 2005 Mar 9; 53(5):1765-8.
38. Wilkinson, J. D., Whalley, B. J., Baker, D., Pryce, G., Constanti, A., Gibbons, S., & Williamson, E. M. (2003). Medicinal cannabis: Is Δ9-tetrahydrocannabinol necessary for all its effects? Journal of Pharmacy and Pharmacology, 55(12), 1687-1694. doi:10.1211/0022357022304
’Flavor wheel’ ontwikkeld door GreenHouse Seed Co. om gebruikers van mediwiet te helpen bij hun keuze van cannabissoort, gebaseerd op het gewenste effect.